Crisis- en Herstelwet

De Crisis- en Herstelwet (CHW) was bedoeld om de economie weer wat versneld op gang te helpen, met name de bouw. De CHW wordt nu misbruikt om een enkel politiek aspect van windenergie er door te duwen.

De investeringen in windmolens betreffen helaas met name hardware die geheel buiten Nederland wordt aangeschaft en zijn dus negatief zijn voor de handelsbalans. In tegenstelling tot bijv. biogas dragen windmolens lokaal en nationaal nauwelijks bij in werkgelegenheid en innovatiekracht.

De CHW leidde overigens ook tot bijna stiekeme aanpassingen aan de Elektriciteitswet. Een willekeurige producent mag op een willekeurige plaats een voorstel mag indienen. Zolang niet aan de taakstelling voor Gelderland is voldaan moet de provincie toepassing geven aan een Inpassingsplan en 'gronden aanwijzen' (maar let op, dat kan ook op een andere willekeurige plaats). De locale democratie wordt buitenspel gezet door uitsluitend nationaal spreidingsbeleid. Dit is een top-down machtsvertoon, dat nu jist locaal draagvlak onmogelijk maakt.

Politieke angst voor claims zijn een bestuurlijk foute motivatie. In dit verband zegde de gedeputeerde toe aan Provinciale Staten dat altijd besloten kan worden tot weigering van een Inpassingsplan 'Bijvanck'. En dat zelfs zonder kosten voor de Provincie (commissie MIE 10-4-2013). Belangrijker is echter de beslissing van Provinciale Staten op de Omgevinsgvisie. Of eigenlijk de bijbehorende Omgevingsverordening. Daarin is een kaartje (video) opgenomen dat alleen en precies bij Angerlo de weg vrijmaakt voor windmolens in 'waardevol open gebied' !!

kettingreactie

Maar niet getreurd: de wetgever van art. 9E Electriciteitswet heeft niet bedoeld dat beleggingsclubs de vrije hand krijgen. Er is voldoende jurisprudentie dat Provinciale Staten aan hun bevoegheid toepassing moeten geven, maar niet zonodig behoeven in te stemmen met de plaats waar die beleggingsclub dat nou zelf zo graag wil. Ook niet wat die beleggingsclub precies wil. De bevoegdheid betreft Provinciale Staten en NIET de Gedeputeerde Staten. De bevoegdheid bestaat uit twee zaken: a. 'gronden aanwijzen' en b. daar een Inpassingsplan voor vaststellen. De tijd en inhoud is daarbij niet bepaald.

Om te Angerlo / Bijvanck en later ook op willekeurige andere plaatsen dezlefde dwangsituatie te krijgen, moet Provinciale Staten wel aanpassingen op zowel de Omgevingsvisie/Omgevingsverordening, als op de Windvisie bewerkstelligen.

GS schreven zelf op 25-10-2010: Met een structuurvisie en een uitvoeringsparagraaf voor windenergie hebben uw Staten de regie in handen op het bereiken van de provinciale doelen.
Dit wordt direct gevolgd door:

Statennotitie 25-10-10

Gedeputeerde Staten vond op 23-1-2013 dat de wereld met EU, minister Kamp en het IPO ineens geheel veranderd zou zijn. Zij en ook PS stemden overhaast in met voorbereiding van een Inpassingsplan voor de gemeente Zevenaar. Nu eindelijk 'gronden' worden aangewezen worden in een Windvisie als Structuurvisie windenergie (met of zonder instemming van de betreffende gemeenten ?), zijn voor het eerst 'gronden' aangewezen worden, want PS gaf al eerder goede duidelijkheid:


Rest nog te verwijzen naar jurisprudentie:

Toelichting Crisis- en Herstelwet over art 9E Electriciteitswet, (Kamerstukken II 2009/2010, 32 127, nr. 3, blz. 62)
De verplichting heeft uitsluitend betrekking op de toepassing van de bevoegdheid als zodanig, niet op de locatie, vorm of anderszins inhoudelijke afwegingen. Het lid ontslaat provinciale staten in ieder geval niet van de verplichting om op basis van een zorgvuldige afweging van belangen een beslissing te nemen die uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening acceptabel is.
Het is dus van belang een goede ruimtelijke onderbouwing te hebben voor of tegen een locatie. Voor Angerlo / Bijvanck is dat in elk geval de bestaande bestemming "waardevol open gebied", mits dat alsnog ook zo wordt opgenomen in de Omgevingsvisie en Windvisie ! Omgekeerd is er nog geen enkele goede ruimtelijke onderbouwing om juist wel Angerlo / Bijvanck te kiezen, ook al beweert GS zonder onderzoek dat er 'wel een goede ruimtelijke ordening' mogelijk zou zijn. Nog sterker: de Windvisie poogt met molenopstellingen landschapslijnen te versterken en niet een open gebied te verrommelen.

Afdeling Bestuursrechtspraak 201204057/1/R1 van 19 december 2012:
Gelet op het voorgaande [Catalogus Gebiedskenmerken in Omgevingsverordening] hebben provinciale staten van Overijssel zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat met het realiseren van windturbines op de beoogde locatie de gebiedskenmerken niet worden behouden en versterkt....Nu, ..., hebben provinciale staten in redelijkheid geen gebruik behoeven te maken van hun bevoegdheid tot het opstellen van een inpassingsplan voor de beoogde locatie.
Ook hier is dus een goede onderliggende ruimtelijke visie nodig. Zie hier hoe de Omgevinsgsvisie en de Windvisie te veel ruimte laten voor allerhande initiatieven van enkelingen.

Veel andere jusirsprudentie blijkt it liteatuuronderzoek niet voorhanden, simpel omdat het instrument van art 9E Electriciteitswet nog niet is toepast. Te vinden zijn wel Rijskinpassingsplannen windenergie, maar provinciaal trachtte de provicnie Zuid-Holland al haar aangewezen locaties, nog zonder initiatiefnemer, van Inpassingsplannen te voorzien. De provincie Gelderland, volgens Binnenlans Bestuur koploper in Inpassingsplannen, zette een Inpassingsplan voor windmolens Oldebroek niet door in 2010. Angerlo / Bijvanck is dus een twee testcase annex tweede precedent om top-down zonder draagvlak hogere doelen van provincies te realiseren.